Op deze pagina vind je alle beeld- en geluidmaterialen.
Liedjes Vormenboek
Werk je met het Vormenboek? Hier kun je de liedjes downloaden en beluisteren die Minke Schonewille met haar man Bert heeft ingezongen.
Filmfragmenten uit 1984
Hieronder een zestal filmfragmenten uit de periode waarin de methodiek van Lezen moet je dóén werd ontwikkeld. De beelden zijn opgenomen en gemonteerd door Willy Middel, schoolbegeleidingsdienst Assen.
Voorbereiding op het leren lezen via klanksynthese
Hoe vroeg kun je beginnen met klanksynthese? Heel vroeg! Dat zie je in dit filmfragment waarin Trijntje de Wit een klanksynthesespelletje doet met de vierjarige Karlien. Ze oefenen met zes woorden: kip, ei, pop, huis, bal en bel. Eerst liggen de voorwerpen op tafel en mag dochter Karlien het voorwerp kiezen waarvan ze de klanken hoort. Daarna zijn de voorwerpen verstopt in de tas en mag Karlien luisterend naar de klanken het woord raden. Als beloning legt ze daarna het voorwerp terug op tafel. Het beheersen van het principe van klanksynthese is naast letterkennis en leesrichting een belangrijke leesvoorwaarde.
Het oefenen van de lettervormen
De klassenassistent oefent met VSO leerlingen (zml) de grondvormen die de leerkracht in eerdere lessen heeft geïntroduceerd. Hier zie je de fase waarin tweedimensionale vormen worden getoond die eerder aangeleerd zijn door een ‘open cirkel in- en uit te lopen’ en door het daadwerkelijk graven van kuilen in de zandbak.
Op grond van deze lessen werd later het Vormenboek samengesteld. Meer weten over het aanleren van vormen? Klik dan door naar deze column.
Het aanleren van de letter h
Een nostalgisch filmfragment met Trijntje de Wit die de letter h aanleert aan leerlingen van de zml school in Zwolle. De didactische opbouw is uitermate verfijnd: eerst aandacht vragen voor de klank, daarna wordt het gebaar aangeleerd en tenslotte wordt de vorm van de letter tot in detail besproken. Een pop helpt bij het zoeken naar woorden die met een h beginnen, en tussendoor is er ook nog aandacht voor de klanksynthese van deze woorden. Aan de orde komen de woorden haar, heup, hiel en hals. Een leerling voegt daar nog hoofd aan toe.
Hoe tekst ontstaat…
Meester Jeroen Schuitert laat zijn leerlingen zien hoe TEKST ontstaat: letter voor letter! Zijn leerlingen kennen de letters van Lezen Wat Je Kunt, deel A. Ze kijken toe hoe meester Jeroen een zin opschrijft. Woord voor woord met een krijtje op het schoolbord. Het is 1984! Hij laat hiermee zijn leerlingen zien hoe het werkt, ofwel wat het principe is van tekst. Tekst is er niet vanzelf, maar ontstaat doordat iemand ‘vormen’ tekent.
Elke leerkracht zou minstens eenmaal op de wijze van Jeroen startende lezers moeten laten zien hoe tekst ontstaat. Dit kan gelukkig ook op het digibord.
Praktisch leren lezen
Twee VSO leerlingen, vertellen trots aan Trijntje de Wit hoe het hun gelukt is om met het ‘kookboekje’ dat speciaal voor hen is gemaakt, nu voor de eerste keer helemaal zelfstandig ‘soep uit een pakje’ maken. Zij hebben op dit moment nog geen twee jaar leesles gehad met de methodiek van wat later is gaan heten ‘Lezen moet je dóén’.
Zinvol lezen als boeken nog te moeilijk zijn’.
Deze twee VSO leerlingen kennen na anderhalf jaar leesonderwijs alle letters en kunnen daarmee hun leesvaardigheid in praktijk brengen.
Berry leest 3-klankwoorden en laat zien dat hij begrijpt wat hij leest. Zijn leesniveau is daarna niet spectaculair toegenomen, maar hij heeft wel leren omgaan met boodschappenlijstjes en korte teksten.
Jan-Pieter leest hier hele zinnen. Voor hem is boeken lezen nu nog te hoog gegrepen maar een jaar later zal hij dat wel doen! Tot die tijd is het aan de leerkracht om leesoefeningen te maken met losse zinnen, zoals juf Marry heeft gedaan die in dit fragment Jan-Pieter ondersteunt.
Dit filmbeeld is stamt nog uit de tijd dat je nog gewoon het woord mongoloïde mocht gebruiken.
De Klankgebaren
De losse klankgebarenfilmpjes van alle letters, voorgedaan door Trijntje de Wit, kun je bekijken op ons Youtube-kanaal.
Alle gebaren kun je apart aanklikken. Er zijn ook leuke filmpjes waarop kleuters de gebaren leren maken. Hieronder beantwoorden we allerlei vragen zoals: Moet je de gebaren in spiegelbeeld voordoen? Nee, dat hoeft niet en we leggen je uit waarom.
Meer lezen
Waarom gebaren?
De gebaren zijn een krachtig hulpmiddel bij het leren van de letters. Ze doen een beroep op het motorisch geheugen en dat is sterker van het visuele- en het auditieve geheugen. De Chinese wijsgeer Confucius zei het al: Wat ik hoor dat vergeet ik, wat ik zie dat onthoud ik, maar wat ik doe dat begrijp ik! Met de gebaren krijg je dus letterlijk GRIP op de letters.
Klik op alle afbeeldingen, want zo vind je alle filmpjes en animaties!
Waarom deze gebaren?
De gebaren van Borel Maisonny leggen een verband tussen wat je ziet (p = lange stok met rondje bovenaan), wat je hoort (p = een ploffer) en hoe je articuleert (p = je mond is dicht en ploft ineens open). Het gebaar is dan logisch: je lange arm gaat ophoog met bovenaan je vuist als rondje; als je vuist ploft, dan ploft je mond ook en zeg je p.
Moet je de gebaren in spiegelbeeld voordoen en met welke hand?
Bij de meeste letters maakt het niet uit of je het gebaar met je linker – of rechterhand doet, in spiegelbeeld of niet. Het is zelfs af te raden om bewust de gebaren in spiegelbeeld voor te doen, want sommige kinderen raken dáár juist van in de war! Laat het maar spontaan gebeuren en maak het gebaar zoals dat min of meer vanzelf gaat. Voor de ene persoon is dat links, voor de ander rechts. Het maakt in principe niet uit. Wat wèl belangrijk is, is dat je de lettervorm hardop van-links-naar-rechts verwoordt als je het gebaar maakt. Bijvoorbeeld p: lange stok (arm) met rondje bovenaan (vuist) = p.
Wanneer is de linker- en rechterhand wel belangrijk?
Bij sommige letters worden meer varianten van een gebaar aangereikt. De leerkracht kiest zelf welke van deze varianten het best past bij het leerdoel en de mogelijkheden van leerling. De beide varianten worden in de werkboeken Lezen Wat Je Kunt steeds bij de betreffende letter uitgelegd. Het gaat dan vooral om de tweeklanken: oe, ui, eu, enz. In de klankgebarenvideo wordt bij het filmpje van de letter ie de moeilijke variant getoond en bij de animatie het makkelijke gebaar. De makkelijke variant van de ie is gebaseerd op de muur (i) waar een auto met met piepende remmen op af komt (e). Je leert dit gebaar aan in de speelzaal waar de leerlingen als auto’s rondrennen en vlak voor de muur hun handen voor zich spreiden, afremmen en ie roepen. De moeilijke variant wordt aangeleerd als de leerling dit motorisch aankan en wellicht ook de letter al gaat leren schrijven. Het gebaar wordt dan gemaakt door met links de i (de muur) te maken en met rechts de e (de auto). Je ziet op het filmpje dat je dan als leerkracht het gebaar NIET in spiegelbeeld moet voordoen, maar je even moet omkeren.
De interactieve klankgebarenvideo
De interactieve klankgebarenvideo die veel scholen 10 jaar lang met plezier hebben gebruikt is helaas wat de techniek betreft verouderd. Gelukkig zijn de losse filmpjes nog wel op You Tube te vinden. Heb jij leuke filmpjes over leren lezen met de klankgebaren? Laat het ons weten, dan voegen wij ze toe aan ons YouTube kanaal.
Pictoschrijver
Bekijk hoe de pictoschrijver werkt
Bekijk het filmpje met Lineke van Oostrum en Anne Agema, als ze aan het werk zijn in de stand van LMJD op Hét Congres in 2016.
Je herkent ze aan het rode LMJD vest. De dame met het rode vest en grijze haar is Trijntje de Wit.
Bildung en Pictolezen.
De digitale versie van het boek Bildung Speciaal bevat een interview met Trijntje de Wit over haar visie op onderwijs.
BILDUNG SPECIAAL Gesprek met Trijntje de Wit Gosker.
Het boek Bildung Speciaal, red. Gerard van Stralen, bevat veel praktijkvoorbeelden, waarvan twee verhalen van Trijntje de Wit- Gosker.